Behandeling van overactieve blaasklachten
De behandeling van overactieve blaasklachten bestaat uit verschillende onderdelen:
- Verminderen van irritatie blaaswand: voldoende drinken en irriterende dranken en voedingsstoffen vermijden
- Blaastraining: Normale capaciteit van de blaas en normale plasfrequentie
- Strategieen om de aandrang te verminderen en plas uit te stellen
- Bekkenbodemtraining
Voldoende drinken
Het is belangrijk om voldoende te drinken (1,5 – 2 liter). Dit bestaat uit drinken, maar ook soep, fruit en yoghurt tellen mee. Als er onvoldoende wordt gedronken wordt de urine te geconcentreerd. Het is vergelijkbaar met een kan aanmaaklimonade. Het is belangrijk om er voldoende water bij te voegen. Als je de kan maar voor de helft met water aanvult, is de limonade te sterk. Je mond zal vertrekken van de zoetigheid. Bij de blaas werkt dit een beetje hetzelfde. Te sterk geconcentreerde urine prikkelt de blaaswand om te knijpen; dit voel je als aandrang.
Vermijden van bepaalde dranken en voedingstoffen
Sommige dranken en voedingstoffen kunnen de blaas te veel prikkelen, waardoor je last krijgt van te veel of erge aandrang. Van de volgende producten is bekend dat ze klachten kunnen verergeren: cafeine (koffie, thee en chocolade), alcohol, zure vruchtdranken (appelsap, citrusvruchtdranken, cranberrysap), citrusvruchten en zure vruchten (zoals appel, cranberrie, tomaten), koolhydraathoudende dranken, kunstmatige zoetstoffen en pepers.
Ook roken irriteert de blaaswand. Stoppen met roken kan blaasklachten verminderen.
Blaastraining
Het doel van de blaastraining is dat de blaas weer normaal functioneert.
- Normale capaciteit: Een normale blaas kan 300 – 600 ml urine bevatten (gemiddelde 450 ml). Mensen met een overactieve blaas hebben vaak last van een blaas die minder urine kan opslaan. Met blaastraining kan de blaas weer wennen aan een grotere vulling.
- Normale plasfrequentie: Gemiddeld gaat iemand 6 – 8 keer per dag naar de wc om te plassen en komt iemand er gemiddeld 0 – 1 keer per nacht uit om te plassen. Mensen met een overactieve blaas moeten gemiddeld vaker per dag naar de wc en komen vaker uit hun bed om te plassen. Door blaastraining wordt de tijd tussen twee plasmomenten stap voor stap opgerekt tot er een normale plasfrequentie is.
- Normale aandrang: Mensen met een overactieve blaas kunnen erg last hebben van een plotselinge en hevige aandrang om te plassen. De aandrang is vaak zo hevig dat het onmogelijk is om de plas uit te stellen. Een deel van de mensen verliest urine nog voordat ze het toilet bereiken. Er zijn verschillende manieren om de aandrang zodanig te verminderen dat de plas kan worden uitgesteld of dat er voldoende tijd is om het toilet te bereiken.
Aanleren om minder vaak te plassen - plassen op schema
De blaas is een rekbaar orgaan en kan zich aanpassen aan elk patroon of elke gewoonte. Wanneer iemand veel plast en ook "voor zekerheid" naar de w.c. gaat, zoals wanneer u het huis verlaat of gaat wandelen, zal de blaas leren klein te zijn. Dan zal de blaas bij steeds kleinere hoeveelheden willen leegplassen, wat leidt tot meer aandrang om te plassen.
De blaas kan gelukkig goed worden getraind om minder vaak naar de wc te gaan. Het is het beste om de blaas regelmatig te legen, volgens een schema. Het doel is om uiteindelijk elke 3-4 uur te plassen overdag (gebaseerd op 1,5 liter vocht per dag) en maximaal 1 keer per nacht uit bed te komen voor de wc.
- Ga meteen in de ochtend bij het opstaan naar de wc om te plassen.
- Ga elke 2 uur naar de wc om te plassen (alleen overdag!). Als het niet lukt om 2 uur op te houden, wordt gestart met een kortere tijd. Deze tijd is afhankelijk van de uitkomsten uit het plasdagboek. Het plasdagboek zal gedurende de behandeling moeten worden bijgehouden.
- Houd je aan de geplande tijd, of je nu een aandrang hebt om te plassen of niet. Als je voor de geplande tijd last van aandrang hebt, probeer deze dan te onderdrukken.
- Als het lukt om volgens dit schema te plassen, verhoog dan met 15 of 30 minuten de tijd tussen twee plasmomenten.
- Probeer goed leeg te plassen: neem de tijd voor het plassen, let op een goede lichaamshouden en voldoende onspanning van je bekkenbodem.
- Volg in de nacht niet het schema. Ga gewoon slapen en alleen naar de wc als u wakker wordt. Ga voor het slapen nog even naar de wc om plassen in de nacht zoveel mogelijk te voorkomen.